De DTP en het vervolg
Op 11 december 2009 kwam het hoogste woord, de politieke tak van de PKK werd gesloten in Turkije. Een uitspraak van het Turks Constitutioneel Hof[1] was er één waar niet onderuit viel te komen, de elf hoge rechters stemden namelijk unaniem voor de sluiting van de DTP wegens banden met de terreurorganisatie PKK. Ook het bewijs leek overduidelijk; er waren maar liefst 141 punten[2] gevonden waaruit de band tussen DTP en de PKK bleek.
Deze 141 punten varieerden[3] van uitspraken tot het weigeren van een minuut stilte voor de gesneuvelde Turkse soldaten. Bovendien weigerde DTP-voorzitter Ahmet Türk[4] om de PKK “een terreurgroep” te noemen en sluisde het geld door aan dezelfde PKK. Er kwamen meer van dit soort praktijken aan het licht, zoals het ophangen van PKK-leider Abdullah Öcalan’s poster in lokale DTP-gebouwen. Iets dat gevoelig ligt in Turkije, het is te vergelijken met het ophangen van posters van Osama Bin Laden in Nederland.
Aan de andere kant zal het nu moeilijk worden om de rust te bewaren in Turkije; de regerende AKP zal het besluit van de rechters wijten aan een poging om hun verzoeningspolitiek te belemmeren, terwijl de DTP-stemmers zich zullen afvragen of de laatste stappen (Koerdisch televisiezender, faculteit Koerdologie etc.) niet ter afleiding waren om zodoende de DTP zonder al te veel protesten te kunnen sluiten. Want het sluiten van de DTP zal ongetwijfeld tot commotie leiden, commotie omdat er nu een nieuwe partij opgericht zal worden. Aangezien de 37 voormalig DTP-afgevaardigden[5] een politiek verbod van 5 jaar hebben ontvangen, zal er een nieuwe generatie aan bod komen. De nieuwe generatie zal het dus moeten doen zonder DTP-oprichter Ahmet Türk en zijn vrouwelijke collega Aysel Tuğluk, omdat zij staatsrechterlijk vervolgd zullen worden wegens hun financiële steun aan de PKK. Hierbij is de diplomatieke onschendbaarheid van zowel Türk als Tuğluk[6] weggestemd door het Constitutioneel Hof. Hiernaast behoren Türk en Tuğluk tot de groep van 37 die de komende vijf jaar lang[7] geen politieke functies mogen bekleden. Om hun solidariteit te verklaren hebben de overgebleven 21 DTP-parlementsleden al bekend gemaakt alle debatten in het Turks parlement te zullen gaan boycotten[8]. Toen de gevangen PKK-leider Abdullah Öcalan vanuit zijn zwaarbewaakte gevangenis de 21 parlementsleden opriep om zich bij de nieuw opgerichte BDP (Barış ve Demokrat Partısı / Vrede en Democratie Partij) aan te sluiten, trokken de 21 ex-DTP’ers hun ontslag in. Dit gaf weer eens aan hoe sterk de banden tussen de PKK en de DTP wel niet zijn, de nieuwe BDP lijkt dan ook een voortzetting van de DTP. Of de annulering van hun boycot geaccepteerd zal worden door het Turkse parlement is nog maar de vraag. Ook zullen er wellicht gerechtelijke stappen ondernomen worden naar de banden tussen Öcalan en de 21 ex-DTP’ers. Voor Ahmet Türk zal dit sowieso het geval zijn, omdat hij na de oproep van Öcalan een toespraak hield met de zin “Volgens onze geachte leider en edele heer Öcalan moeten wij terug in het parlement en ons ontslag annuleren, wij zullen natuurlijk altijd onze edele heer volgen.” Dat deze zin vooral ter provocatie dient, is overduidelijk.
De sluiting van de DTP komt vlak na de “Tokat Massamoord” op 7 december 2009, waarbij PKK-leden 10 Turkse jongens op verlof van hun dienstplicht neerschoten. Zeven[9] verloren daarbij het leven, terwijl drie zwaargewond naar het ziekenhuis overgebracht werden. Het ironische hierbij is dat de zoon van Ahmet Türk[10] op 12 december 2009 begon aan zijn dienstplicht, dit weerhield Türk er echter niet van om de actie te verdedigen. De PKK-aanval zou te maken hebben met de onrust van de laatste tijd en moest in een breed context gezien worden, aldus Türk. Dit terwijl de laatste maanden er bijna geen sprake was van strubbeling en alles in het teken stond van de ‘Koerdische Openheid’.[11]
Van beide kanten zijn er echter hoogoplaaiende reacties gekomen op zowel de Tokat Massamoord, als de sluiting van de DTP. Zo probeerden sommige Koerdische groepen een politiecommissaris te lynchen[12], wat maar ternauwernood voorkomen werd, en organiseerden andere groepen een demonstratie tegen de DTP. Het mooiste tafereel kwam uit een situatie waar kleine kinderen stenen gooiden naar de politie. Echter, toen de politie snoep en chocolade begon te strooien kwamen de kinderen naar de politieagenten. Op bevel van de politie moesten de kinderen hun zakken, die volzaten met stenen, leeggooien waarna ze dezelfde zakken mochten vullen met snoep en chocolade. Na een laatste belofte dat ze zich niet meer zouden misdragen tegenover de politie, werden de kinderen naar huis gestuurd. Een enkeling wist nog wel te melden dat ze “door oudere mannen gestuurd waren”, wetend dat de politie minder hard optreedt tegen minderjarigen gebruiken deze ‘oudere mannen’ de eerdergenoemde kinderen.
Links gooien de jonge kinderen nog stenen naar de politie, terwijl ze rechtsonder met dezelfde politieagenten staan te lachen.
Aan de andere kant zijn drie mannen opgepakt die tijdens betogingen in Dolapdere steeds opriepen om “Koerden te vermoorden”. Onderzoek heeft inmiddels aangetoond dat deze drie mannen betaald werden door derden om de betogingen expres om te laten slaan in pogroms tegen Koerden. Frappant is ook dat alledrie de mannen één en hetzelfde (of in ieder geval eenzelfde soort) vuurwapen gebruikten in de betoging, tevens is er een getuigenverklaring van één van de mannen waarin hij zegt: “Iemand, volgens mij was het een journalist op zoek naar sensatienieuws, gaf me €500,- en een vuurwapen met rubberen kogels om te schieten op de DTP-betogers. Ik heb geld nodig, als jij mij ook €500,- geeft dan zal ik iemand naar jouw keuze gijzelen. Het mag ook een openbare aanklager zijn, als je maar betaalt.”[13]
Maar ook de verwijten vliegen heen en weer, zo zou Ahmet Türk ongeschikt zijn als politicus omdat hij alleen een basisschoolopleiding heeft gevolgd. Tevens wordt hem verweten dat hij maar liefst acht kinderen heeft, iets wat in Turkije gezien wordt als het toppunt van onontwikkeldheid en luiheid. Tenslotte worden er alleen in gezinnen die niet of moeilijk kunnen rondkomen zoveel kinderen verwekt, omdat je zo meer kinderbijslag krijgt. Ook worden de kinderen veelal gebruikt voor arbeid, zodat het gezin meer inkomens heeft. De meeste gezinnen in Turkije hebben echter slechts 3 kinderen.
Andersom is het grootste verwijt dat de Koerdische partijen steeds gesloten worden en er zodoende geen politieke oplossing voor de Koerdische minderheid toegestaan wordt. Dit verwijt lijkt ongegrond omdat er ook partijen zijn die niet naar etniciteit kijken, maar toch opkomen voor de rechten van minderheden. Maar toch hebben critici[14] een punt; de DTP is namelijk de zesde grote partij[15] die opgericht is door Koerdische Turken. In feite is de DTP slechts de derde partij die wegens banden met de terreurorganisatie PKK is gesloten, de andere partijen zoals ÖZDEP en HADEP zagen de bui al hangen en hadden zichzelf opgeheven voordat er een rechterlijk uitspraak kwam.[16] In totaal zijn er in Turkije in de afgelopen 86 jaar 25 partijen (inclusief de DTP) gesloten.[17]
Nu lijkt het erop dat er met de sluiting van de DTP niks veranderd is, behalve de vorming van een nieuwe partij BDP. Het zou pas tot een oplossing kunnen komen als deze partijen en hun stemmers zich fel opstellen tegen de PKK. De DTP en de partijen daarvoor zijn opgericht vanuit een visie om de politieke tak van de PKK te vertegenwoordigen. Als er nu enkele intellectuele Turken (etnische Turken of Koerden) opstaan en een onafhankelijke partij oprichten voor de Koerdische minderheid en zich tegelijk sterk uitspreken tegen geweld en terreur, ook het geweld en terreur van de PKK, dan zijn we al een heel eind en zal er een oplossing in zicht zijn. De huidige partijen zijn in principe niks meer dan vertakkingen van de terreurorganisatie PKK die als doel hebben om provocatie en politiek geweld te realiseren. Een soort ‘politieke terreur’ met woorden, want met de huidige toenadering en goodwill van Turkije zou men als politieke vertegenwoordiger van de Koerdische minderheid juist ook een toenadering tot de Turkse overheid moeten zoeken in plaats van te blijven hangen in woordspelingen en provocaties zoals het consequent uitspreken van de woorden “onze edele heer en leider Öcalan”. Hiermee worden de Koerdische minderheden niet veel beter namelijk.
Armand Sağ
23 december 2009
© Armand Sağ 2009
|